Blog Geert van de Laar: Bestaanszekerheid als een gezamenlijke missie
De Code Verantwoordelijk Marktgedrag doet een moreel appèl op verschillende partijen die betrokken zijn bij arbeidsintensieve dienstverlening zoals schoonmaak, catering, beveiliging en verhuizers. Onze gezamenlijke visie op verantwoordelijk marktgedrag versterkt de samenwerking en verzacht de onderlinge verschillen. Zo’n motiverende missie zou ook de BV Nederland veel goed doen, schrijft Geert van de Laar.
Als voorzitter van de Code Verantwoordelijk Marktgedrag is het soms lastig om een prikkelend blog te schrijven. De code wordt immers gedragen door een divers palet aan partijen: opdrachtgevers, opdrachtnemers, intermediairs en vakbonden. Als ik een stevige stelling verkondig dan is er een groot risico dat ik een van de partijen voor het hoofd stoot. Maar voor een lezenswaardig blog is het natuurlijk wel noodzakelijk om een positie in te nemen.
Op dat dilemma stuitte ik ook toen ik hoorde dat de FNV pleit voor een verhoging van het minimumloon van 12 naar 16 euro per uur. Daar sta ik eigenlijk best wel sympathiek tegenover. Maar er is ook iets te zeggen voor het weerwoord van VNO-NCW dat het bedrijfsleven opnieuw een forse loonsverhoging niet aankan. “Het water staat het midden- en kleinbedrijf aan de lippen door de enorme kostenstijgingen die ze vaak niet kunnen doorberekenen”, aldus Ingrid Thijssen, voorzitter van de werkgeversorganisatie, in een interview met AD.
Focus op een groter doel
Thijssen voelt mee met (werkende) Nederlanders die – onder andere door de gestegen kosten voor energie en boodschappen – moeite hebben om rond te komen. Maar VNO-NCW vindt dat hulp aan mensen onder de armoedegrens niet moet worden gefinancierd vanuit een lastenverzwaring voor ondernemers, maar door de overheid. “We hebben ontzettend veel extra ambtenaren erbij gekregen en ze doen amper extra nuttig werk. Daar zijn miljarden te besparen.”
De diametrale posities van vakbonden en werkgeversorganisatie zijn kenmerkend voor de cultuur van polarisatie waarmee we nu te maken hebben. Iedereen verdedigt het eigen standpunt, waardoor de tegenstellingen tussen groepen in de samenleving vergroten. Dat is jammer, want we zouden veel verder komen als we ons met z’n allen richten op een groter doel.
Van polarisatie naar een gedeelde visie
Er valt veel te zeggen over de langstzittende premier van Nederland, maar een échte visie was er nooit. Veelzeggend is de uitspraak van Mark Rutte dat “visie als een olifant is die het zicht belemmert”. Door het pragmatisme van Rutte ontbrak er een stip op de horizon – een schets van waar we als land naartoe gaan. Ook de Tweede Kamer is sterk verdeeld, en debatteert meer over incidenten dan over oplossingen voor de toekomst.
De nieuwe partij van Pieter Omtzigt belooft zich in te zetten voor een gedragen visie op het land dat we willen zijn. Nieuw Sociaal Contract staat voor goed bestuur en bestaanszekerheid. Zulke speerpunten maken het naar mijn idee mogelijk om verschillende partijen dichter bij elkaar te brengen en om gezamenlijk te werken aan de uitvoering van plannen voor een beter Nederland.
De kracht van een why
Veel bedrijven hebben tegenwoordig een why, een motiverende missie die een drijvende kracht is achter alles wat je doet. Ook het morele appèl van de Code Verantwoordelijk Marktgedrag is zo’n why.
Ik gun de BV Nederland ook een why. Een gedeelde visie op waar we naartoe willen vermindert de polarisatie en versterkt de onderlinge samenwerking. Je gaat dan minder bakkeleien over zaken waarover je het oneens bent en meer focussen op de thema’s waar je het over eens bent. Bestaanszekerheid is wat mij betreft zo’n thema. Goed onderwijs, passende zorg, een basisinkomen en een dak boven je hoofd. Dat willen we toch voor iedereen?