Blog Geert van de Laar: De zzp’er: geen win-win, maar verlies-verlies!
Het is ondertussen wel bekend: de Belastingdienst gaat vanaf 1 januari weer controleren of zzp’ers niet worden ingehuurd voor werk dat eigenlijk in dienstverband zou moeten worden uitgevoerd. Echter, onder druk van de Tweede Kamer krijgen bedrijven die de wet overtreden door schijnzelfstandigen in te huren toch niet allemaal een boete. De reden? Er is veel onrust onder zzp’ers en bedrijven over een wet die al bijna tien jaar niet wordt gehandhaafd.
De inzet van zzp’ers in blijft groeien. Flexibiliteit en eigen zeggenschap zijn voor veel zelfstandigen belangrijke redenen om voor het zzp-schap te kiezen. Bedrijven vinden het prettig om zonder de lasten van vast personeel werk uit te besteden, en de overheid stimuleert het ondernemerschap. Maar wat zijn de verborgen kosten en risico’s? Zowel voor bedrijven, de overheid als voor de zzp’ers zelf zijn er aanzienlijke nadelen, waarvan de financiële consequenties vaak worden onderschat. Laat ik die eens benoemen, mét harde cijfers.
Zzp’ers: een dure korte termijnoplossing voor bedrijven:
Voor bedrijven lijkt het inzetten van zzp’ers op het eerste gezicht een slimme manier om personeel flexibel in te zetten. Ziekteverzuim? Geen probleem, je betaalt alleen voor gewerkte uren. Pensioenpremies? Niet nodig. Maar wat veel bedrijven vergeten, is dat ze vaak een hoger uurtarief betalen voor zzp’ers dan voor vaste medewerkers.
Ook het risico op ‘schijnzelfstandigheid’ kan dure gevolgen hebben. Uit cijfers van de Belastingdienst blijkt dat 50.000 tot 100.000 zzp’ers mogelijk in een situatie van schijnzelfstandigheid verkeren. Als de overheid bij controles vaststelt dat een zzp’er eigenlijk als werknemer beschouwd moet worden, kunnen bedrijven worden geconfronteerd met forse naheffingen en boetes. De schatkist loopt zo elk jaar miljoenen aan sociale premies mis. Als werkgever kan dit risico oplopen tot tienduizenden euro’s per zzp’er.
Los van de financiële risico’s zijn er de sociale risico’s: zzp’ers zijn minder betrokken bij de doelen van de organisatie en zijn derhalve geen ‘cultuurdragers’. Ook gaat er kennis en ervaring verloren door gebrek aan continuïteit.
De zzp’er: De onzichtbare rekening voor de overheid
Op het eerste gezicht lijkt de groei van zzp’ers een mooie manier om ondernemerschap te stimuleren. De overheid biedt belastingvoordelen zoals de ‘MKB-winstvrijstelling’, de ‘startersaftrek’ en de ‘zelfstandigenaftrek’ die in 2023 maximaal € 3.750,- bedroeg. Naast de zelfstandigenaftrek mist de overheid inkomsten doordat zzp’ers geen sociale premies betalen voor werkloosheid en ziekte. Het CPB schat dat de inzet van zzp’ers de overheid jaarlijks € 3 miljard aan misgelopen premies kost. Hoewel zzp’ers geen recht hebben op een werkloosheidsuitkering, vallen ze in de toekomst waarschijnlijk wel terug op andere sociale vangnetten, zoals bijstand, als zij niet in hun eigen pensioen hebben voorzien. De gemiddelde pensioenopbouw van zzp’ers ligt namelijk ver onder het gewenste niveau. Daarover zo meer.
Zzp’ers: vrijheid met financiële risico’s
Zzp’ers genieten van vrijheid en de mogelijkheid hun eigen werk in te richten. Maar daar staan aanzienlijke nadelen tegenover. Zo heeft slechts 20% van de zzp’ers een arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten, waardoor de overgrote meerderheid geen enkele bescherming heeft als ze langdurig ziek worden. Dit maakt hen kwetsbaar voor inkomensverlies.
Ook pensioenopbouw is voor veel zzp’ers een zorgpunt. In tegenstelling tot werknemers, die via hun werkgever pensioen opbouwen, zijn zzp’ers hiervoor volledig op zichzelf aangewezen. Veel zelfstandigen stellen sparen voor later uit, met als gevolg dat een groot deel van de zzp’ers geen adequaat pensioen heeft. Uit onderzoek van de Kamer van Koophandel blijkt dat 42% van de zzp’ers helemaal niet spaart voor hun pensioen.
Daarnaast zijn zzp’ers afhankelijk van hun opdrachtgevers voor betaling. In 2022 gaf 29% van de zzp’ers aan te maken te hebben met late betalingen van opdrachtgevers, wat leidt tot cashflowproblemen. Zzp’ers hebben geen garantie op inkomen en lopen hierdoor financiële risico’s die werknemers in loondienst niet ervaren. Bij ziekte, vakantie of onvoldoende opdrachten kunnen zij geen aanspraak maken op sociale voorzieningen, wat hun positie in tijden van crisis extra kwetsbaar maakt.
Ook investeren zzp’ers vaak minder in hun eigen ontwikkeling. Terwijl bedrijven investeren in trainingen voor hun vaste medewerkers, moeten zzp’ers zelf betalen voor cursussen en opleidingen. Veel zzp’ers schieten hierin tekort door gebrek aan middelen of tijd. Op de lange termijn kan dit de concurrentiepositie van zelfstandigen verzwakken.
Conclusie: eerder verlies-verlies
De inzet van zzp’ers biedt op korte termijn veel voordelen: bedrijven besparen op werkgeverslasten, de overheid stimuleert ondernemerschap, en zzp’ers genieten van vrijheid en flexibiliteit. Maar deze voordelen komen met aanzienlijke risico’s en verborgen kosten. Voor bedrijven kunnen de hogere tarieven en het risico op schijnzelfstandigheid financieel nadelig uitpakken. De overheid loopt jaarlijks miljarden mis door belastingvoordelen en het ontbreken van sociale premies, terwijl zzp’ers zelf weinig financiële zekerheid hebben en vaak onvoldoende pensioen opbouwen. Kortom, de ogenschijnlijke voordelen van het zzp-schap hebben een prijs die op de lange termijn steeds duidelijker zichtbaar wordt. In plaats van win-win is er eerder sprake van verlies-verlies!
Geert van de Laar
Voorzitter Code Verantwoordelijk Marktgedrag