Een schoonmaker wil als mens worden gezien
Wie kent de naam Cemsto nog en wie weet nog wat die betekent? Cemsto staat voor Chemische en mechanische stofbestrijdingsorganisatie, in de tweede helft van de twintigste eeuw het grootste schoonmaakbedrijf in Nederland, toen bijna een merknaam. Nu na een aantal naamswisselingen opgegaan in een internationale organisatie. Ik begon er als personeelsman, en heb, om de beleving van het werk aan den lijve te ervaren, een aantal maanden elke avond een bankfiliaal in Amsterdam schoongemaakt.
Schrijnend achtergebleven
In de tussenliggende jaren was de uitbesteding sterk voortgeschreden, en had een niet gereguleerde marktwerking geleid tot een uitholling van de kwaliteit (klanten), de marges (bedrijven) en het vakmanschap (werkdruk schoonmakers). Ik schrok van de verschillen met mijn eigen ervaringen uit het begin van mijn loopbaan: de productiviteit (bijvoorbeeld het aantal vierkante meters per uur dat schoongemaakt moest worden) was bijna verdubbeld, het aantal medewerkers per leidinggevende was meer dan verdubbeld en het respect voor de mens achter de schoonmaker, voor zijn of haar vakmanschap, was schrijnend achtergebleven bij andere beroepen.
Wijzelf, NS, schrokken ook toen we zagen hoe de verblijfsruimtes in de stations voor de schoonmakers eruit zagen. Ik ben door de vakbond meegenomen naar het CS in Amsterdam en trof in de krochten, onder de rails, een donker hol, al jaren lekkend, met kromgetrokken oude tafels en gammele stoelen, en een doorgebrand koffieapparaat. Niemand van NS wilde zoiets, maar het kon gebeuren, omdat het werk was uitbesteed en omdat de verantwoordelijkheid voor een fatsoenlijk sociaal beleid ver uit het zicht van de opdrachtgever was geraakt.
We hebben die verblijfsruimtes, ook in alle andere stations waar dat aan de orde was, binnen een week opgeknapt. Maar ook goed geluisterd naar de werkgevers en de vakbonden die zeiden: we hebben jullie in je rol als opdrachtgevers nodig om in de markt, waar de contracten gesloten worden, de negatieve prijs- en kwaliteitsspiraal een halt toe te roepen. Met een aantal grote opdrachtgevers (waaronder NS, Schiphol, Rijksoverheid, Erasmus MC, ROC Friese Poort) hebben we vervolgens, samen met vakbonden, werkgevers en intermediars de Code Verantwoordelijk Marktgedrag in het leven geroepen.
Verantwoordelijkheid aan de voorkant
Met de Code nemen we invloed om marktgedrag te beïnvloeden: meer verantwoordelijkheid aan de ‘voorkant’ om de ruimte voor fatsoenlijk sociaal beleid aan de ‘achterkant’ mogelijk te maken. En daarmee zitten we ook midden in de flexdiscussie. Heel veel werk wordt tegenwoordig uitbesteed (catering, beveiliging, projectverhuizing, schoonmaak, glazenwasserij, etc). Dat betekent dat die diensten worden ingekocht op de markt. En marktwerking gaat niet vanzelf goed. Je moet zorgen dat er bij dienstverlening geen mensen ‘als pakjes over de heg gezet worden’. Als opdrachtgevers zich mede verantwoordelijk blijven voelen voor wat er ‘achter de knip’ (van de uitbesteding) gebeurt, dan gaat het echt beter met de werknemers en ook met de kwaliteit van de dienstverlening. Dat is onze ervaring na acht jaar Code Verantwoordelijk Marktgedrag.
Eigenlijk is het eenvoudig. Het gaat erom dat je altijd de mensen blijft zien achter de contracten, achter de key performance indicators, achter de marktspelers. Willen we in Nederland duurzame arbeidsverhoudingen, dan moeten we willen zorgen dat branches in facilitaire dienstverlening goede banen kunnen scheppen, opleidingen kunnen verzorgen, goed sociaal beleid voeren, en niet in de markt met de rug tegen de muur gezet worden. Goed werkgeverschap en goed opdrachtgeverschap is nodig, en het begint met de menselijke maat.
In dit gedicht is mijn hartekreet vanuit de Code verwoord: