Facilitaire dienstverleners willen meer kansen voor hun medewerkers
Ondernemers in de facilitaire dienstverlening willen de komende jaren streven naar bredere banen voor hun medewerkers mét meer uren. “Zo bieden we niet alleen werkzekerheid, maar ook betere kansen op een volwaardig en zeker inkomen voor onze mensen”, zeggen de brancheorganisaties van schoonmaak, beveiliging, catering en verhuizing. Belangrijk is wel dat de overheid maatregelen neemt om de positie van de dienstverlenende bedrijven verder te versterken.
Dit is een van de voorstellen die vier brancheverenigingen (Schoonmakend Nederland, de Nederlandse Veiligheidsbranche, Veneca en de Organisatie voor Erkende Verhuizers) hebben opgenomen in hun aanzet voor een nieuw Dienstenpact. Het pact werd woensdag 30 juni door de voorzitters van de vier brancheverenigingen (elk vergezeld van een medewerker uit hun sector) aangeboden aan premier Mark Rutte op het ministerie van Algemene Zaken. Bij de inontvangstneming van het Dienstenpact reageerde premier Mark Rutte: “Schoonmakers, beveiligers, cateringmedewerkers en verhuizers verdienen de zorg van hun werkgevers en opdrachtgevers bij wie ze werken. Want ze zijn allemaal van ons!”
Een gastvrij, veilig en schoon Nederland; tot uw dienst is de titel van het voorstel, waarmee de vier brancheverenigingen zich aansluiten bij het streven naar ‘brede welvaart’, waarvoor ondernemend Nederland (MKB-Nederland en VNO-NCW) heeft gekozen. “Wij kiezen voor een land waarin iedereen kan meedoen en gelijke kansen heeft”, luidt een van de uitgangspunten. Naast ‘brede banen’ (ook bij zogeheten hybride ondernemingen die meer soorten facilitaire dienstverlening aanbieden), streven de vier branches ook naar het levenslang blijven ontwikkelen van medewerkers, het ontwikkelen van werk-naar-werk-trajecten, mobiliteit tussen de sectoren, duurzame inzetbaarheid en het bevorderen van diversiteit en inclusiviteit.
Verwachtingen van de overheid
Om dat te realiseren verwachten de brancheorganisaties ook iets van de overheid. Arbeidsovereenkomsten moeten tussentijds aangepast kunnen worden om te kunnen inspelen op
veranderingen in de markt. Vast personeel moet meer kunnen werken als er meer opdrachten zijn. Ook moet het eenvoudiger worden om werknemers op andere locaties of op andere taken in te zetten en moet personeel makkelijker met andere werkgevers uitgewisseld kunnen worden. “Natuurlijk met behoud van het contract en met gerichte inzet van opleiding, instructie en begeleiding”, aldus de vier brancheorganisaties, die hiermee zekerheid voor werknemers en flexibiliteit voor ondernemers optimaal verwachten te combineren.
Oneerlijke concurrentie stoppen
Verder vinden de vier brancheverenigingen dat overheden moeten stoppen met oneerlijke concurrentie. Veel overheden ontplooien nog steeds activiteiten waarmee ze particuliere bedrijven beconcurreren. “Zij kunnen dat omdat ze zich niet altijd hoeven te houden aan regels die wel gelden voor ondernemers.” Ook vinden de branches dat reguliere banen niet verdrongen moeten worden door mensen die (via gemeenten) in het kader van de Participatiewet aan een werkplek worden geholpen.
Minder administratie
De vier brancheverenigingen zijn het er verder over eens dat de overheid bedrijven met minder administratieve lasten moet confronteren. “Ondernemers in de facilitaire dienstverlening worden geconfronteerd met regelgeving die het aannemen van personeel bemoeilijkt.”