‘Inspectie SZW pakt misstanden keihard aan’
Je hoeft geen tien uur in een vliegtuig te zitten om in aanraking te komen met arbeidsuitbuiting. Het verhaal dat we hierboven vertellen, speelt zich niet af in Bangladesh of China, maar gewoon in Nederland. Het is een van de schrijnende gevallen die Han Bartelink, operationeel projectleider bij de Inspectie SZW, afgelopen jaren met zijn team aan het licht bracht.
Negatieve berichten
De schoonmaaksector kwam ook vorig jaar regelmatig negatief in het nieuws nadat grote overtredingen en misstanden waren gesignaleerd. Uit de cijfers die de Inspectie in februari bekendmaakte, blijkt dat er nog steeds schoonmaakbedrijven zijn die de regels aan hun laars lappen. Vooral de schoonmaak in de fastfoodbranche – een van de belangrijkste aandachtsgebieden van de Inspectie – werd vorig jaar extra goed in de gaten gehouden. Bij vijftig vestigingen van bedrijven in de fastfoodsector vonden controles plaats naar de schoonmaak. Zowel bij franchise-ondernemingen – het merendeel van de onderzochte bedrijven – als bij eigen ondernemingen. Het ging in totaal om tien schoonmaakbedrijven en 102 schoonmakers. Het resultaat? Bij maar liefst negen van de tien gecontroleerde schoonmaakbedrijven constateerde de Inspectie overtredingen.
Verontrustende signalen
“Ik loop al heel wat jaren mee en schrik niet meer zo snel ergens van, maar dat betekent niet dat het me koud laat”, zegt Bartelink. “Het blijven verontrustende signalen. Ook vandaag de dag is misbruik van schoonmakers een groot probleem. Ze worden onderbetaald of geïntimideerd. Er is sprake van uitkeringsfraude, te lange werkdagen of er is geen geldige werkvergunning. Het komt vaker voor dan we denken.” Volgens de projectleider is een bepaalde groep schoonmakers extra vatbaar voor uitbuiting. “Ze spreken slecht Nederlands, zijn laagopgeleid, hebben weinig geld en veel van hen hebben een uitkering. De combinatie van die factoren zorgt ervoor dat ze vaak in een afhankelijke positie komen. Ze zijn bang hun werk te verliezen en durven de misstanden niet te melden. Het is zaak om de uitbuiters aan te pakken en ervoor te zorgen dat de schoonmakers goed behandeld worden en een fatsoenlijke boterham kunnen verdienen.”
Uitvoeren van risicoanalyses
Bij 90 procent van de gecontroleerde bedrijven in de fastfoodsector werden in 2015 overtredingen geconstateerd. “Dat betekent niet dat er bij negen van de tien schoonmaakbedrijven iets mis is”, benadrukt programmamanager Marcel Keijzer. “Voorafgaand aan de controles voeren we een integrale risicoanalyse uit. We willen onze mensen zo effectief en efficiënt mogelijk inzetten. Om tot een goede analyse te komen, werken we samen met een groot aantal partners, waaronder de Belastingdienst, het UWV, de FIOD en de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Als we al deze puzzelstukjes samenvoegen, hebben we een aardig beeld. De bedrijven die komen bovendrijven, worden verder doorgelicht. Als we genoeg aanwijzingen hebben die bevestigen dat er misstanden plaatsvinden, gaan we over tot een controle op de werklocaties.”
Verrassingseffect
Zodra is besloten om tot actie over te gaan, krijgt Bartelink groen licht om een bedrijfsbezoek voor te bereiden en in gang te zetten. “Daarbij hebben ook eerdergenoemde partners een taak. We bundelen informatie en maken een plan van aanpak. Als we overgaan tot een onderzoek bij een schoonmaakbedrijf, dan doen we doorgaans in een keer bij alle vestigingen van de opdrachtgever een waarneming ter plaatse, anders is het verrassingseffect weg en kunnen medewerkers elkaar waarschuwen. We zijn dan soms met wel veertig of vijftig medewerkers van het Schoonmaak Interventieteam actief.”
Arbeidsregistratie
Wat is het beste tijdstip om een controle op locatie te doen? “Bij fastfoodketens is dat rond sluitingstijd, als de werknemers nog aanwezig zijn en de schoonmakers arriveren. We kunnen dan beide groepen om informatie vragen.” De inspecteurs interviewen de schoonmakers en de medewerkers van de fastfoodketen. Ook bekijken ze of de arbeidstijdenregistratie klopt. “We hebben door de jaren heen schrijnende gevallen meegemaakt. Mensen die in een achterkamertje slapen of schoonmakers die uren moeten wachten tot de ochtendmanager arriveert om hun werk te controleren. Voor die uren krijgen ze geen euro uitbetaald, maar ze moeten wel blijven. Dat zijn zaken die we in dit land niet willen.” Volgens Bartelink is het niet op orde hebben van de arbeidsregistratie een belangrijk signaal dat er meer aan de hand is. “Het begint vaak met een ondeugdelijke of zelfs helemaal geen arbeidstijdenregistratie. Een goede registratie is cruciaal. Hebben bedrijven dat netjes op orde, dan zit het vaak wel snor. Is dat niet het geval, dan graven we verder. In de meeste gevallen komen er dan meer overtredingen aan het licht.”
Gesprek aangaan met de markt
De Inspectie doet meer dan controleren. “Het is niet moeilijk om allerlei controles uit te voeren. Dat doen we al jaren en dat doen we goed”, vertelt Keijzer. “Wat we écht willen is dat de situatie in de branche verandert en verbetert. Dat bereik je niet door alleen controles uit te voeren. We geven ook voorlichting, gaan het gesprek aan met de markt, met brancheorganisaties zoals OSB, SieV en RAS, en met schoonmaakbedrijven en opdrachtgevers. Wil je op lange termijn een effect bereiken en stappen zetten, dan moeten beide paden worden bewandeld. Als wij klachten binnenkrijgen dat er in de hotelschoonmaak wat aan de hand is, dan willen wij van de branche zelf horen of zij die signalen herkennen. We moeten samen aan de slag om eventuele misstanden aan te pakken. Het is in het belang van de hele sector om de rotte appels eruit te halen. De personen die achter deze bedrijven zitten, houden we extra goed in de gaten, ook als ze van de markt verdwijnen.”
Misstanden in tv-programma Rambam
Over hotelschoonmaak gesproken. Eerder dit jaar bleek in het VARA-programma Rambam dat schoonmakers bij vier grote hotelketens in Nederland stelselmatig worden uitgebuit. Ze verdienen minder dan het minimumloon en blijken niet per uur maar per kamer betaald te worden via een dubieus rekenschema. “Het is een goede zaak dat dit in beeld gebracht is. Het laat zien dat er bij bepaalde bedrijven mogelijk structureel iets mis is.” Verrast was Keijzer niet over de uitzending. “Wij hebben ons vooral gericht op de fastfoodsector in 2015, maar dat wil niet zeggen dat we de hotelschoonmaak links laten liggen. Vorig jaar deelden we een forse boete uit aan een hotelketen die de zaken niet op orde had. Daarnaast zijn er, naast hotels, meer aandachtsgebieden voor komende tijd, waaronder de schoonmaak van bijvoorbeeld vakantieparken, het openbaar vervoer, kantoorpanden en de voedselindustrie.”
Te scherpe contracten
Keijzer ziet dat er op dit moment goede stappen gezet worden, maar dat geldt niet voor de hele branche. “Daarbij kunnen ook de opdrachtgevers een belangrijke rol vervullen. Je kunt heel hard roepen dat je dit soort misstanden niet wilt, maar als je ziet hoe scherp sommige schoonmaakcontracten zijn opgesteld, dan meet je met twee maten. Het gaat niet alleen om de prijs, je hebt met mensen te maken. Bedrijven moeten aan wettelijke verplichtingen voldoen en de CAO naleven. Daar hangt een prijskaartje aan. Zijn de contracten ultrascherp, dan moet je ook als opdrachtgever op je hoede zijn. Via de Wet Ketenaansprakelijkheid mogen we ook boetes uitdelen aan de opdrachtgever en belastingaanslagen verhalen op de opdrachtgever. De bal ligt dus echt bij de schoonmaakbedrijven én bij de opdrachtgevers.”
Checklist
Bron: Service Management