Pensioenfonds belangrijke schakel op weg naar gezond marktgedrag
Voor veel mensen is het pensioenfonds iets van ver weg, voor later. Begrijpelijk, maar het doet tekort aan de belangrijke rollen van het fonds. Niet alleen om de leefstijl van (toekomstige) deelnemers zoveel mogelijk te waarborgen, maar ook door vandaag actief bij te dragen aan het level playing field. Zodat oneerlijk concurrentie op arbeidsvoorwaarden wordt ingedamd. “Die rol neemt Pensioenfonds Vervoer serieus”, aldus manager pensioenen Rob van Gennip, “ook als het gaat om de verhuisbranche.”
Pensioenfonds Vervoer, dat in Den Haag is gevestigd, strekt zich als bedrijfstakpensioenfonds uit over de sectoren taxi, besloten busvervoer, verhuisbedrijven, kraanverhuur en transportondernemingen. Werkgevers- en werknemersorganisaties hebben samen afspraken gemaakt over de pensioenregeling.
680.000 deelnemers
“Belangrijke uitgangspunten daarbij zijn dat de 680.000 mensen die in deze sectoren werken (of gewerkt hebben) na hun pensioneren de leefstijl kunnen behouden die ze hadden”, aldus Rob van Gennip. “Ook moeten ze kunnen stoppen met werken vóór ze AOW krijgen. Daarnaast vinden werkgevers en werknemers het belangrijk dat er een gelijk speelveld is. Dit betekent dat iedereen die in één of meer van de vervoersectoren werkt, pensioen opbouwt bij Pensioenfonds Vervoer. Het pensioenfonds controleert of dit daadwerkelijk gebeurt.”
37 miljard euro
Het pensioenfonds belegt voor de werknemers nu in de sector werken, die dit in het verleden hebben gedaan en de pensioengerechtigden samen ruim 37 miljard euro. Eind september bedroeg de dekkingsgraad 108,3 procent. “Dit betekent dat we voor iedere euro die we op dit moment en in de toekomst moeten betalen 1,08 euro in kas hebben. Helaas laten de regels van de overheid het nog niet toe om de pensioenen te verhogen. Onze reserves moeten eerst nog wat groter worden. Zo’n 40 procent is belegd in zakelijke waarden (onder andere aandelen) en ongeveer 60 procent in vastrentende beleggingen. We zorgen ervoor dat we ons goed indekken tegen rentedalingen, want werkgevers, werknemers en pensioengerechtigden zien pensioenen niet graag verlaagd worden. Door dit beleid (indekken tegen rentedaling) hebben we tot nu toe de pensioenen nog nooit hoeven te verlagen.”
Toezicht
Zo’n beheerde bom duiten vraagt om volwassen toezicht. “In het bestuur van Pensioenfonds Vervoer zitten afgevaardigden van de werkgevers en werknemersorganisaties. Naast het bestuur zijn er een raad van toezicht en een verantwoordingsorgaan. In het verantwoordingsorgaan zitten mensen die zelf een pensioen opbouwen en mensen die al een pensioen ontvangen van Pensioenfonds Vervoer. Zowel de raad van toezicht als het verantwoordingsorgaan houden toezicht op het bestuur. Daarnaast houden onder meer de Nederlandsche Bank, De Autoriteit Financiële Markten en de Autoriteit Persoonsgegevens toezicht op wat we doen.”
Corona
Wat winst- en verliescijfers zijn voor de accountant, zijn sterftecijfers voor het pensioenfonds. Een pandemie kan de cijfers en aannames behoorlijk overhoopgooien. Gelukkig viel dit bij corona nogal mee. “Er zijn in april en mei 2020 meer mensen overleden dan in andere jaren. Daarna zagen we dat de sterftecijfers weer richting het gemiddelde gingen. Ook de premies werden over het algemeen door de NOW-regeling op tijd betaald. Verder volgde het aantal faillissementen het landelijk beeld. Er gingen minder werkgevers failliet dan normaal, door alle steunmaatregelen.”
Duurzaamheid
Het pensioenfonds volgt de maatschappelijke trends en ontwikkelingen op de voet. Zo is er momenteel veel aandacht voor klimaatverandering en de energietransitie. Rob van Gennip: “Naast kansen zien we hier ook risico’s. Die bestaan eruit dat onze beleggingen in bedrijven minder waard kunnen worden als er bij die bedrijven nog onvoldoende rekening gehouden wordt met de eisen die de steeds strenger wordende wetgeving eist. Kansen biedt het uiteraard ook: het fonds gelooft dat beleggen in ondernemingen die duurzaamheid hoog op de agenda hebben staan op de langere termijn meer opleveren dan beleggen in bedrijven die dat niet doen. Verder zijn werkgevers- en werknemersorganisaties momenteel druk bezig met het nieuwe pensioenakkoord. Zij bepalen momenteel de uitgangspunten voor de nieuwe pensioenregeling die over een paar jaar ingaat. Omdat de nieuwe wetgeving nog niet vaststaat, kunnen we nog niet zeggen hoe die regeling eruit gaat zien. Zodra we nieuws hebben, laten we het natuurlijk weten!”
Zwaarwerkregeling
Sinds kort heeft de sector goederenvervoer, inclusief de verhuisbranche, ook een zwaarwerkregeling, waarvoor premie- inhouding plaatsvindt. Deze staat echter los van de regeling van Pensioenfonds Vervoer. “De regeling betekent wel extra werk voor onze pensioenconsulenten, daardoor kunnen werknemers met een zwaar beroep (nog) eerder stoppen met werken. Onze pensioenconsulenten kijken samen met werknemers wat financieel gezien haalbaar is. Of de uitkering samen met het pensioen voldoende is, om de periode die de werknemer voor ogen heeft tot de AOW-leeftijd te overbruggen.”
Samenwerking in toezicht en handhaving
Verhuizen is één van de deelmarkten binnen de transportsector. Vooral aan de onderkant lijkt een flink deel van de 1.892 aanbieders (telling Panteia in 2020) moeite te hebben met de naleving van regels. Verhuizen bestaat voor ruim 70 procent uit factor arbeid. Oneigenlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden maakt prijsduiken eenvoudiger. Dit zet het level playing field onder druk en dus ook de positie van werknemers. Binnen project Zorgeloos verhuizen proberen de OEV, Codekamer Verhuizen, ILT, iSZW, VNB en TLN en het Pensioenfonds Vervoer samen zicht te krijgen op wat er gebeurt en hoe dat te keren. “Die samenwerking is heel belangrijk. We luisteren ook goed naar signalen van werknemers. Ook die kunnen het pensioenfonds vragen of hun pensioen wel klopt. Pensioenfonds Vervoer heeft de wettelijke plicht om iedereen die in de betreffende vervoerssectoren werkt, pensioen op te laten bouwen bij het pensioenfonds. Werkgevers in betreffende deze sectoren moeten zich verplicht aansluiten bij het fonds. We hebben momenteel 449 verhuisbedrijven in de boeken, met 3.586 werknemers in dienst”, aldus de pensioenfondsmanager.
Flexkrachten
Stichting VNB stelde na twee jaar onderzoek onlangs vast dat de onderkant van de verhuismarkt over een opvallend dikke flexibele schil beschikt, waarbij twijfel bestaat of dit ook echt allemaal wel flexkrachten zijn. “We weten wie in dienst is bij de verhuisbedrijven”, aldus Rob van Gennip. “We hebben helaas geen compleet beeld als het om ingehuurd personeel gaat. Uitzendbureaus en payrollondernemingen die meer dan 75 procent in het wegvervoer uitzenden, moeten zich ook aansluiten bij Pensioenfonds Vervoer. Blijft het percentage daaronder, dan moeten ze zich aansluiten bij Pensioenfonds Stipp. Om te kunnen bepalen of een uitzendbedrijf of payrollonderneming meer dan 75 procent uitzendt in het wegvervoer, is vaak ook samenwerking nodig met eerdergenoemde partijen (OEV, Codekamer Verhuizen, ILT, iSZW, VNB en TLN). Als we zien dat het niet goed gaat en een werkgever zich niet aan wil sluiten bij Pensioenfonds Vervoer, volgt uiteindelijk een rechtszaak. Dit doen we ook in andere vervoerssectoren. Zo zorgen we ervoor dat er jurisprudentie ontstaat. Iedere volgende rechtszaak wordt daardoor eenvoudiger. Ook wordt de doorlooptijd van toekomstige juridische procedures hierdoor korter. Alles wat werkgevers bij de Belastingdienst opgeven, krijgt Pensioenfonds Vervoer via de
zogenaamde Loonaangifteketen van het UWV door. Zo is er 100 procent zicht op iedereen die in dienst is van een onderneming in de vervoerssectoren. Door de diverse samenwerkingen kan het pensioenfonds effectiever haar rol vervullen dan alleen. Oneerlijk concurrentie op arbeidsvoorwaarden moeten we gezamenlijk indammen.”
Bron: Vakblad Verhuizen, Organisatie van Erkende Verhuizers, november 2021