Prijsindexering sluit vaak niet goed aan op kostenontwikkeling verhuisdiensten
Prijsindexering staat op de agenda van de brede Code verantwoordelijk marktgedrag (schoonmaak, beveiliging, catering en verhuizen). Er bestaat al langer het vermoeden dat de indexeringen die op meerjarencontracten worden toegepast, niet helemaal aansluiten op de werkelijkheid. In augustus 2021 heeft de Organisatie voor Erkende Verhuizers met hulp van onderzoeksbureau Panteia gericht onderzoek gedaan naar de exacte kostenontwikkeling van de cao-beroepsgoederenvervoer in tijdvak 2015-2020 (belangrijk, want ruim 70 procent van de kosten bestaan uit arbeid). Vervolgens is onderzocht in hoeverre de meest gebruikte prijsindexen hierop aansluiten.
Uitkomsten
Alleen al de kosten van de cao-beroepsgoederenvervoer voor werkgevers zijn in tijdvak 2015-2020 met cumulatief 18,01 procent gestegen. De veel toegepaste CPI heeft in dat tijdvak cumulatief slechts 6,67 procent van deze kosten gecompenseerd. Het verschil tussen CPI en de werkelijke cao-kosten bedraagt dus maar liefst 11,34 procent in zes jaar. En dat in een branche die al onder stevige prijsdruk staat. De enige index die enigszins in de buurt van de werkelijke cao-kosten komt, is de Dienstenprijsindex 4942 (verhuisvervoer), met een cumulatief verschil van 1,15 procent.
De verschillen betreffen alleen nog de cao-kosten, die doorwerken in ruim 70 procent van de totale verhuisprijs. Daarnaast zijn ook de kosten van inkoop aanzienlijk gestegen: karton, rollend materiaal en kunststof, prijsstijging: 12-18 procent. De vraag is of ook die kostenbestanddelen in voldoende mate worden meegenomen in de indexen.
Handreiking
De Code is in gesprek met het CBS om te komen tot een betere systematiek. Ook is een handreiking Indexering in de maak voor inkopend Nederland, want de indruk bestaat dat veel inkopers wel streven naar de toepassing van een passende indexering, maar dat zij onvoldoende inzicht hebben in prijsindexatie en de gevolgen van een gekozen indexering.
Benut de vragenronde
De code adviseert verhuisbedrijven om actief de vragenronde (en evaluatiegesprekken) te benutten en de doorrekeningen van de OEV te gebruiken om inkopers het belang van een passende prijsindex onderbouwd te laten zien.
Gezond marktgedrag
Indexeren van meerjarencontracten is een kwestie van gezond marktgedrag. De keuze van correcte indexatiefactoren voorkomt dat de kwaliteit van de dienstverlening en arbeid wordt uitgehold door prijserosie, of dat de opdrachtgever wordt opgezadeld met niet verifieerbare verhogingen. Daarom is vanuit de Code in de afgelopen jaren niet alleen een appel gedaan om dienstverleningscontracten een optimale (lees: langere) looptijd te geven, zodat opdrachtnemer armslag hebben om richting de gewenste kwaliteit te investeren, maar ook om tussen partijen waterdichte afspraken te maken over periodieke prijsindexatie. Want als dit niet goed is afgesproken, ontstaat er discussie en ongewenste margedruk.